Oefeningen

Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de correctiesleutel (in PDF) van dit hoofdstuk te openen.

OEFENING 1 - Luistervaardigheid

Luister naar de dialoog en beantwoord de vragen.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
1 - Wat bestelt meneer Vannieuwenhuyse als hoofdgerecht?

2 - Wat bestelt de dochter van meneer Vannieuwenhuyse als hoofdgerecht?

3 - Welk dieet volgt de andere mevrouw aan tafel?

4 - Wat zit er in de gemixte maaltijd van de andere meneer aan tafel?

5 - Hoe betaalt de dochter voor het feestmaal?

OEFENING 2 - Leesvaardigheid

Maaltijden aan huis.
 
Senioren die ouder zijn dan 65 jaar en/of een zorgvraag hebben, kunnen een beroep doen op de dienst ‘Maaltijden aan Huis’ van het OCMW. Bekijk het menu voor deze week aandachtig.
 
 
Beantwoord de vragen over het menu.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Welke maaltijd staat er woensdag tussen 12u en 13u op het menu? Benoem het voor-, hoofd- en nagerecht.

2 - Er wordt elke dag zoet beleg voorzien voor op de boterham. Welk synoniem van ‘beleg’ vind je terug op het menu? Geef zelf een voorbeeld van zoet beleg.

3 - Wat is ‘bloende’?

4 - Welke maaltijd bevat alcohol? Welke drank?

5 - Soms krijgen de senioren een gezond nagerecht. Welke desserts van het menu zijn volgens jou gezond?

OEFENING 3.1 - Woordenschat

Individuele zorgfiche: voeding.
 
Vul het onderdeel ‘Voeding’ aan in de zorgfiche van meneer Vannieuwenhuyse, meneer Winkelmans en mevrouw De Wachter.
Zorgleefplan mr. Vannieuwenhuyse
Domein 4. Lichamelijk welzijn - Voeding
Dieet:
Zo ja, welke?
Hulp nodig bij eten en drinken?
Maaltijdvoorziening

Zorgleefplan mr. Winkelmans
Domein 4. Lichamelijk welzijn - Voeding
Dieet:
Zo ja, welke?
Hulp nodig bij eten en drinken?
Maaltijdvoorziening

Zorgleefplan mevr. De Wachter
Domein 4. Lichamelijk welzijn - Voeding
Dieet:
Zo ja, welke?
Hulp nodig bij eten en drinken?
Maaltijdvoorziening

OEFENING 3.2 - Woordenschat (A)

In het restaurant. Wanneer zeg je ...? Maak juiste combinaties.

Mag ik de menukaart alstublieft?  
    Is dat inbegrepen?  
      Mag ik de rekening alstublieft?  
        Voor mij graag de kip met frietjes.  
          Wat staat er op het menu?  
            • als je wilt weten welke gerechten er zijn
            • als je wilt weten of het water gratis is
            • als je wilt betalen
            • als je wilt bestellen
            • als je wilt weten wat je deze middag gaat eten

            OEFENING 3.2 - Woordenschat (B)

            In het restaurant. Vul de gaten in met verba uit de woordenlijst.

            1 - We zijn klaar met eten en we zouden graag betalen. Waar kunnen we ?

            2 - Bij Nieuwjaar brengen we altijd een toost uit op het nieuwe jaar. We dan met champagne.

            3 - Ik heb gekozen wat ik wil eten. Kan ik nu ?

            4 - Je kan hier niet met de kaart betalen. We enkel cash.

            5 - Ik ben bang dat er geen plek meer zal zijn in de cafetaria. Heb jij een plaats ?

            OEFENING 4 - Grammatica

            Het gebruik van het relatief pronomen.
             
             
            Vul de gaten in met het juiste relatief pronomen.
            1 - Vanavond vindt het feestmaal ik voor geen geld wil missen, plaats.

            2 - Is dat de menukaart alle gerechten staan?

            3 - Dat is de soep de kok heeft klaargemaakt.

            4 - Jos is de man Mariette getrouwd is.

            5 - Dat is het glas ik gedronken heb.

            6 - Dat is het bonnetje van de rekening we moeten betalen.

            7 - Dat is de zorgkundige ik je verteld heb.

            8 - Wild met rodekool en kroketjes is het gerecht mevrouw Jacobs het liefste lust.

            9 - Dit is het water bij de prijs inbegrepen is.

            10 - Dit is het bestek ik eet.

            OEFENING 5 - Schrijfvaardigheid

            Lees deze getuigenis van een cursist (NT2) over Kerst en Nieuwjaar aandachtig.

            Kerst en Nieuwjaar over de hele wereld

            Op 25 december vieren we in België Kerstmis en op 1 januari begint het nieuwe jaar. Voor heel wat Belgen betekent dit feest met familie en vrienden, eten, drinken, cadeautjes... We vroegen aan enkele cursisten hoe zij Kerstmis en Nieuwjaar in hun land en in België vieren.
             
            [...]
             
            "Bij elke klokslag eten we een druif"
            Helena: Ik vier Kerstmis op 25 december. Op Kerstavond heb ik een groot diner met mijn familie. Wij krijgen ook cadeautjes van de Kerstman. Om middernacht gaan wij samen naar de Kerk. Op 25 december hebben wij een speciale lunch. Wij eten een traditionele soep, twee gerechten en turrón als dessert. We drinken Cava, dat is Spaanse Champagne.
             
            Op Oudejaarsavond hebben wij ook een groot diner. ’s Nachts hebben wij een speciale traditie. We luisteren naar de slagen van de klok en bij elke klokslag eten we een druif. In totaal eten we twaalf druiven. Die druiven staan symbool voor elke maand van het nieuwe jaar en ze brengen geluk. Daarna is er een groot vuurwerk. Op 1 januari hebben we ook een groot middagmaal met allerlei Spaanse gerechten. Op de avond van 5 januari komen de Drie Koningen. Zij brengen cadeautjes mee voor alle kinderen. Dit jaar ga ik Kerst en Nieuwjaar in Spanje vieren.
             
            Helena Ardanaz Salas komt uit Spanje.

            Beantwoord de vragen over de tekst. Antwoord in volzinnen.
            Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
             
            1 - Wanneer vieren Belgen Kerstmis en Nieuwjaar?

            2 - Wat eet en drinkt Helena bij Kerstmis?

            3 - Welk fruit eet Helena op oudejaarsavond? Waarom doet zij dit?

            4 - Welk feestmaal eet jij op kerstavond of oudejaarsavond?

            5 - Klink jij op het nieuwe jaar met champagne?
             
            TIP: Kijk ook naar het hoofdstuk ‘Belgische feestdagen’ in de Interculturele Unit.

            OEFENING 6 - Spreekvaardigheid

            Rollenspel: een feestmaal.
            Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
             
            Situatie: Jeanneke is 100 jaar geworden. Voor haar verjaardag wordt er een feestmaal georganiseerd in het woonzorgcentrum. Haar dochter is uitgenodigd om mee te vieren. Jeanneke heeft het eten gekozen.
             
            Hieronder zie je drie kaartjes. Op elke kaart staat een personage, wat informatie en enkele steekwoorden die je kunt gebruiken bij het rollenspel. Kies elk een kaartje en laat het feestmaal beginnen!
             
             
             

            EINDTEST

            Vul de gaten in. Gebruik woorden uit de woordenlijst of relatieve pronomina.

            1 - Dat zijn de glazen champagne gedronken wordt.

            2 - Daar is de plaats je had! Wat goed dat je gebeld had om een plek vrij te houden.

            3 - Ik weet niet waar ik de rekening moet betalen. Is dat misschien de persoon ik kan ?

            4 - Bij Nieuwjaar eten we altijd een heerlijk . Het is ook de dag er vuurwerk wordt afgestoken.

            5 - Is dat die zorgkundige je me altijd ?

            Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.