Oefeningen

Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de correctiesleutel (in PDF) van dit hoofdstuk te openen.

OEFENING 1 - Luistervaardigheid

Luister naar de dialoog en beantwoord de vragen.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
1 - Welke klacht had meneer Jacobs na de eerste behandeling?
 
2 - Was deze klacht normaal?
 
3 - Wat doet de dokter voor de operatie?
 
4 - Waarom moet meneer Jacobs een oogschelp dragen?
 
5 - Waarom moet meneer Jacobs volgende week terugkomen en met wie heeft hij een afspraak?

OEFENING 2 - Leesvaardigheid

Lees de onthaalbrochure van het UZA aandachtig.

Het onthaal: registratie, administratie en informatie

Het onthaal in de inkomhal van het ziekenhuis is het administratieve hart van het UZA. U kunt er terecht voor alle mogelijke formaliteiten.
 
Waar moet u zich melden?
Wanneer u precies wordt opgenomen, bespreekt u met uw arts. Die regelt voor u een opname. Vraag of u nuchter moet zijn bij uw opname. Een ziekenhuisverblijf begint doorgaans aan het onthaal in de inkomhal. Op de dag van uw opname meldt u er zich aan met uw patiëntenkaart, identiteitskaart, SIS-kaart en/of andere verzekeringsdocumenten. We registreren uw aanwezigheid en verwijzen u - in afwachting van uw inschrijving - naar de wachtzaal.
 
Zodra u bent ingeschreven, krijgt u een strookje met daarop de verpleegeenheid, de verdieping en het routenummer. De medewerker legt u uit welke weg en/of lift u het best neemt. Aan de liften vindt u de
routenummers per verdieping. Zodra u op de juiste verdieping bent, moet u enkel het juiste routenummer volgen om op uw bestemming te geraken. Dat nummer hangt aan het plafond.
 
Voor sommige ingrepen of onderzoeken is geen overnachting noodzakelijk. Voor een heelkundige ingreep in dagopname meldt u zich aan op het secretariaat van de dagchirurgie). Voor een niet-heelkundige dagopname meldt u zich aan op het secretariaat van de dienst waar u zal verblijven (daghospitaal, oncologisch en hematologisch dagcentrum of andere).
 
Wat moet u meebrengen?
Voor uw inschrijving:
   - Identiteitskaart (of gelijkwaardig identiteitsbewijs) of geldige verblijfsvergunning.
   - Patiëntenkaart, SIS-kaart of geldig vervangingsattest.
   - Telefoonnummer en adres van de persoon die we mogen contacteren tijdens uw
   - verblijf en die u kan vertegenwoordigen.
   - Naam en adres van uw huisarts.
 
Voor uw verblijf:
   - Persoonlijke kledij.
   - Toitletgerief.Nachtkledij, kamerjas, pantoffels.
   - Lectuur.
   - Een knuffel voor uw kind.
   - Opgelet, breng zelf handdoeken en washandjes mee.
 
Voor het medisch team:
   - (Lijst van) geneesmiddelen die u op dit moment neemt.
   - Medische documenten (medisch rapport, radiografieën).
   - Vaccinatiekaart.
   - Verwijsbrief van uw huisarts of verwijzende arts.
 
Beantwoord de vragen over de onthaalbrochure.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Hoe meld je je aan op de dag van je opname?
 
2 - Hoe vind je de weg in het ziekenhuis?
 
3 - Wat betekent ‘oncologisch’?
 
4 - Wat betekent ‘hematologisch’?
 
5 - Wat is er ook geldig naast een patiëntenkaart of SIS-kaart?

OEFENING 3 - Woordenschat

Iemand begroeten, afscheid nemen en iemand bedanken.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
TIP: Kijk ook naar het hoofdstuk 'Omgangsvormen en registers' in de Interculturele Unit.
 
Wat zeg je in de volgende situaties?
 
1 - (15 uur) Je komt een collega tegen op de gang van het woonzorgcentrum: ...
 
2 - (Dinsdag, 17 uur) Je gaat naar huis en neemt afscheid van een collega (woensdag werk je niet): ...
 
3 - (10 uur) Je hebt een afspraak bij de dokter, hij komt je halen in de wachtkamer: ...
 
4 - (12 uur) Je meldt je aan bij de balie van het ziekenhuis: ...
 
5 - (9 uur) Je belt naar de tandarts om een afspraak te maken voor volgende week, wat zeg je aan het begin van het gesprek?
 
6 - (9 uur) Je belt naar de tandarts om een afspraak te maken voor volgende week, wat zeg je aan het einde van het gesprek?
 
7 - (16 uur) Je komt een vriend tegen op straat: ...
 
8 - (21 uur) Je komt een collega tegen op café: ...
 
9 - (8 uur) Je ontmoet je baas voor de eerste keer: ...
 
10 - (15 uur) Je hebt een gesprek met de familie van een bewoner, je ontmoet ze voor de eerste keer: ...

OEFENING 4.1 - Grammatica

Het gebruik van het demonstratief pronomen.
 
 
 
Vul de gaten met de juiste pronomen in.
1 - bewoners eten altijd samen aan tafel. (DAAR)

2 - meisje is de kleindochter van mevrouw Vannieuwenhuyse. (HIER)

3 - jongen is de kleinzoon van meneer Janssens. (DAAR)

4 - kindjes zijn de kleinkinderen van meneer Jacobs. (HIER)

5 - middag wordt hij geopereerd.

6 - operatie is een vervolgbehandeling na de operatie aan zijn ander oog vorige week.

7 - behandeling is toen feilloos verlopen.

8 - Hopelijk verloopt ingreep vandaag even vlot.

9 - zomer gaan we naar Marokko op vakantie.

10 - najaar gaan we naar Engeland.

OEFENING 4.2 - Grammatica (A)

Het gebruik van verba van positie.
 
 
Wat zie je? Schrijf bij elk nummertje een zin en gebruik ‘hangen’, ‘liggen’, ‘staan’ of ‘zitten’.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
Bijvoorbeeld:     1    De televisie staat op de kast.
                           2    ...

OEFENING 4.2 - Grammatica (B)

Preposities van positie en richting. Duid het juiste antwoord aan.

1 - Het lege kopje staat tafel.

2 - De lamp hangt de tafel.

3 - De kat ligt de stoel.

4 - Doe je trui naar , zo kan ik gemakkelijker bij je buik.

5 - Hij buigt om zijn kopje koffie te nemen.

6 - Kijk even , dan kan ik de druppeltjes in je oog doen.

7 - Als je een straat oversteekt, moet je telkens eerst kijken.

8 – het raam hangt een gordijn.

9 - Ik loop het bos.

10 - Ik ga straks de refter.

OEFENING 5 - Schrijfvaardigheid

Het verslag.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
Breng in een tiental zinnen verslag uit over de behandeling van meneer Jacobs (zie dialoog) of over een patiënt uit jouw eigen praktijk. Gebruik de steekwoorden/-zinnen uit het volgende kader en indien mogelijk demonstratieve pronomina.
 
 
Deze patiënt is opgenomen voor ... een observatie / een ingreep / een behandeling. – De patiënt heeft … / lijdt aan …

Het gaat beter met de patiënt. – De toestand is verslechterd. – De patiënt gaat sterven. – De patiënt ligt op sterven.

De patiënt heeft pijn / koorts. – De patiënt klaagt over hartkloppingen / hoofdpijn / … – De patiënt heeft braakneigingen. – De patiënt moet sondevoeding krijgen / medicatie nemen. – De patiënt verdraagt zijn voeding / de medicatie niet. De patiënt heeft een goede / slechte eetlust.

De patiënt is angstig / vermoeid / boos / ongerust / …
 

OEFENING 6 - Spreekvaardigheid (A)

Het onthaal.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
Je komt aan in het ziekenhuis en meldt je aan bij het onthaal. Gebruik het spreekschema.
 

OEFENING 6 - Spreekvaardigheid (B)

Partial oefening.
Bij dit type oefening wordt de stem van een speler gedempt zodat je het zelf kan aanvullen.
 

Bekijk de video en speel de rol van zorgkundige. Maak de oefening op de volgende manier:
 
1. Bekijk de video eerst met ondertiteling. Besteed daarbij veel aandacht aan de dialoog.
 
2. Bekijk de video nu zonder ondertiteling en vul de weggelaten stukken zelf aan.
 
Je kan een opname maken van je dialoog via de gratis online voice recorder Vocaroo. De link naar je opname kan je doorsturen naar je docent ter evalatie.

EINDTEST

Vul de gaten in. Gebruik de woorden uit de woordenlijst of pas de juiste spelling- en grammaticaregels toe.

1 - Als je naar het ziekenhuis gaat voor een ingreep, moet je je altijd eerst bij de balie.

2 - (Het is 9 uur) mevrouw. Ik heb een afspraak bij dokter de Clerck.

3 - De dokter tegen de patiënt: U mag op de operatietafel gaan .

4 - Ik zal eerst met spuit het verdovingsmiddel injecteren.

5 - Daarna beginnen we met de .

Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.