Oefeningen

Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de correctiesleutel (in PDF) van dit hoofdstuk te openen.

OEFENING 1 - Luistervaardigheid

Luister naar de dialoog en beantwoord de vragen.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
1 - Meneer Vannieuwenhuyse voelt zich licht in het hoofd. Wat bedoelt hij hiermee?

2 - Hoe erg is de hoofdpijn van meneer Vannieuwenhuyse? Hoe omschrijft hij dit?

3 - Waarom is de hoge bloeddruk van meneer Vannieuwenhuyse niet verontrustend?

4 - Hoe past de dokter de behandeling van meneer Vannieuwenhuyse aan?

5 - Wat betekent 'stabiliseren'?

OEFENING 2.1 - Leesvaardigheid

Lees het artikel over medische fouten aandachtig.

'Zorgverleners moeten beter naar patiënten luisteren'

Bijna de helft van de Nederlandse patiënten heeft te maken gehad met een medische misser. Dat meldt patiëntenfederatie NPCF na een groot onderzoek. "Fouten die wij hebben gesignaleerd onder de groep van 10.000 patiënten liggen vooral in het voorschrijven van medicijnen en fouten in de diagnose", zegt Dianda Veldman, directeur van NPCF. "Een huisarts vertelde een patiënt bijvoorbeeld dat hij griep had terwijl het leukemie was. Dit zijn hele ernstige zaken en we zijn geschrokken van de hoeveelheid."
 
Fouten
Veldman ziet een aantal mogelijke oorzaken, zoals slordigheid of een gebrek aan deskundigheid. "Daarnaast zien we ook dat het te maken heeft met een gebrek aan samenwerking; patiënten hebben soms te maken met verschillende behandelaars. En een belangrijke: artsen en verpleegkundigen luisteren niet altijd naar de patiënt." 
 
Veiligheid
36 procent van de fouten vindt plaats in de ziekenhuizen en 30 procent in de poli’s. Je kunt dus constateren dat in de specialistische zorg de meeste fouten worden gemaakt, zegt Veldman. "Er is soms te weinig aandacht voor veiligheid. Dat resulteert in de verkeerde spullen klaarleggen voor een operatie tot het niet wassen van handen. Daarnaast speelt tijdgebrek een rol." 
 
Aanbevelingen
"Wij zouden willen dat de beroepsgroepen in de zorg meer naar de patiënt luisteren. Daarnaast moet de patiënt op zijn beurt goed van zich laten horen, en doorvragen als iets onduidelijk is", zegt Veldman.
 
Beantwoord de vragen over de tekst.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Wat is een ‘medische misser’?
 
2 - Welke fouten worden dikwijls gemaakt?
 
3 - Wat zijn de oorzaken van deze fouten?
 
4 - Waar vinden de meeste fouten plaats?
 
5 - Wat zijn de aanbevelingen van mevrouw Veldman?

OEFENING 2.2 - Leesvaardigheid

Lees de brochure over het bezoek aan de arts aandachtig.

Bezoek aan de arts

Bereid een bezoek aan uw huisarts voor
   - Weet wat u wilt vragen en wat u verwacht. Als u alleen de klacht vertelt, weet de arts niet wat uw
   - verwachting is.
   - Bedenk van tevoren: waarom kom ik nu, met deze klacht, naar deze dokter? Kom ik alleen omdat het moet,
   - of heb ik zelf ook vragen?
 
Wees altijd eerlijk
   - Wees altijd eerlijk. Overdrijf of kleineer uw klacht niet: onjuiste informatie kan leiden tot onjuiste
   - behandeling.
   - Wees redelijk in uw vragen. Bespreek open wat u van de arts verwacht, maar ga niets eisen. Een slechte
   - verstandhouding is voor beide partijen onprettig en komt de zorg niet ten goede.
 
Weet welke medicijnen u slikt
   - Weet welke medicijnen u slikt (ook die niet zijn voorgeschreven), welke ziekten en behandelingen u in het
   - verleden heeft gehad en voor welke stoffen u allergisch bent.
   - Vermeld bijzonderheden desnoods ongevraagd: dat u recent in het buitenland bent geweest, dat er erfelijke
   - ziektes in de familie voorkomen, etc. Bedenk voorafgaand aan een consult welke informatie belangrijk kan
   - zijn voor een arts.
 
Spaar geen vragen op: plan zo nodig met de assistente een vervolg consult
   - Spaar geen vragen op. Als u meerdere vragen heeft, geef dit dan aan het begin van het consult aan, de arts
   - kan er dan rekening mee houden. Plan zo nodig meerdere consulten in overleg met de assistente of de
   - huisarts.
 
Vertel direct als u iets niet begrijpt
   - Controleer aan het eind van het consult of u de arts goed begrepen heeft.
   - Ga uit van de volgende regel: de arts schiet tekort als ik de uitleg niet snap, maar ik ben zelf verantwoordelijk
   - om te zeggen dat ik het niet kan volgen.
 
Neem zo nodig iemand mee
   - Neem zo nodig iemand mee. Twee horen meer dan een.
 
Beantwoord de vragen over de tekst.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Hoe kun je je het best voorbereiden op een bezoek aan de huisarts?

2 - Waarom is het belangrijk dat je altijd eerlijk bent?

3 - Welke informatie kan belangrijk zijn voor een arts?

4 - Mag je meerdere vragen stellen tijdens één consultatie? Waarom wel/niet?

5 - Is het jouw verantwoordelijkheid of die van de arts om ervoor te zorgen dat je alles begrijpt? Waarom?

OEFENING 3.1 - Woordenschat

Klachten. Welke vraag stelt de dokter? Vul aan met de juiste vragen.

VRAAG VAN DE DOKTER — ANTWOORD VAN DE PATIËNT

    — Ik voel me misselijk.
      — Deze nacht, rond 3 uur.
        — Verder heb ik ook hoofdpijn.
          — Ik mag geen noten eten.
            — Nee, ik hoor u slecht.
              — Ik heb pijn aan m’n borst.
                — Ik loop er al weken mee rond.
                  — De pijn is ondraaglijk.
                    — Ik voel me slecht.
                      — Ja, ik hou het niet langer.

                      • Wat scheelt er?
                      • Wanneer is de pijn begonnen?
                      • Hebt u nog andere klachten?
                      • Bent u allergisch voor bepaalde voedingsmiddelen?
                      • Verstaat u me?
                      • Waar hebt u pijn?
                      • Hebt u er al lang last van?
                      • Hoe ernstig is de pijn?
                      • Hoe voelt u zich?
                      • Hebt u ergens pijn?

                      OEFENING 3.2 - Woordenschat

                      Symptomen.
                      Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
                       
                      Bepaalde patiënten vertonen soms wel symptomen, die kunnen verschillen van persoon tot persoon. Welke symptomen van hypertensie omschrijft de patiënt in de dialoog? Leg uit aan de hand van de woorden uit het volgende kader.
                       
                       
                      hoofdpijn – neusbloedingen – oorsuizen – vermoeidheid – warmteopwellingen – sterretjes voor de ogen – duizeligheid – misselijkheid – braken
                       

                       

                      OEFENING 4 - Grammatica

                      Het gebruik van relatieve pronomina. Combineer de zinnen met een relatief pronomen.
                       
                      Voorbeeld:            Meneer Vannieuwenhuyse wil een pijnstiller. De pijnstiller moet snel zijn werk doen.
                                                   → Meneer Vannieuwenhuyse wil een pijnstiller die snel zijn werk doet.
                       
                      TIP: Zie Unit 3 Hoofdstuk 5.
                      1 - Meneer Vannieuwenhuyse lijdt aan hypertensie. Hij klaagt er voortdurend over.


                      2 - Het medisch dossier is onvindbaar. Het dossier bevat alle gegevens over de gezondheid van de patiënt.


                      3 - De pilletjes zijn voor je cholesterol. De pilletjes zitten in het doosje.


                      4 - De dokter geeft de patiënt advies. Hij moet stoppen met roken.


                      5 - De verpleegster brengt hem naar de dokter. Hij praat graag met de verpleegster.


                      6 - De slechte resultaten bleven uit. We verwachtten slechte resultaten.


                      7 - Dat is alles! Meer hebben we niet nodig.


                      8 - Ik heb een boek gekocht. Mijn papa raadde het aan.


                      9 - Een collega neemt deze middag mijn shift over. Die collega is plots ziek geworden.


                      10 - De dokter heeft altijd een bloeddrukmeter bij. Ze leest de bloeddruk af.


                      OEFENING 5 - Schrijfvaardigheid

                      Individuele zorgfiche: medisch dossier.
                      Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
                       
                      Je moet het medisch dossier van meneer Vannieuwenhuyse aanvullen. Dat doe je aan de hand van een vraaggesprek naar zijn ziektegeschiedenis (huidige gezondheidstoestand, ongelukken, klachten, … ). Noteer de vragen die je kunt stellen.
                       
                       
                      Voorbeeld:            Wat is uw huidige gezondheidstoestand?

                      OEFENING 6 - Spreekvaardigheid (A)

                      Rollenspel. Een gesprek met de dokter.
                      Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
                       
                      Situatie: Jij bent de dokter en je buur speelt de patiënt. Gebruik het spreekschema uit oefening 3.1: je krijgt de antwoorden van de patiënt, stel nu de juiste vragen.
                       

                      OEFENING 6 - Spreekvaardigheid (B)

                      Partial oefening.
                      Bij dit type oefening wordt de stem van een speler gedempt zodat je het zelf kan aanvullen.
                       

                      Bekijk de video en speel de rol van zorgkundige. Maak de oefening op de volgende manier:
                       
                      1. Bekijk de video eerst met ondertiteling. Besteed daarbij veel aandacht aan de dialoog.
                       
                      2. Bekijk de video nu zonder ondertiteling en vul de weggelaten stukken zelf aan.
                       
                      Je kan een opname maken van je dialoog via de gratis online voice recorder Vocaroo. De link naar je opname kan je doorsturen naar je docent ter evalatie.

                      EINDTEST

                      Vul de gaten in. Gebruik woorden uit de woordenlijst en pas de juiste spellings- en grammaticaregels toe.

                      1 - Meneer Vannieuwenhuyse lijdt aan hypertensie. Een van de van deze ziekte is hoofdpijn.

                      2 - Op een van 0 tot 10 geeft hij de pijn een 9.

                      3 - De druk meneer Vannieuwenhuyse ervaart, zal snel stabiliseren.

                      4 - Het dossier alle medische gegevens van de patiënt staan, wordt het medisch dossier genoemd.

                      5 - De komt meestal tot stand door een vraaggesprek met de dokter.

                      Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.