Bereiding
1 - Verwarm de oven voor op 180 graden.
2 - Schil de aardappelen. Stoof ze gaar.
3 - Was het witloof. Snij het voetje er af. Kleur aan met een klontje boter en kruid met peper, nootmuskaat en zout. Voeg wat water toe. Gaar 15 minuten onder een deksel.
4 - Maak de saus. We starten met de roux. Weeg 50 gram bloem af. Smelt 50 gram boter. Voeg in één keer de bloem toe. 5 5 - Roer droog tot het naar ‘koekjes ruikt’.
6 - Haal van het vuur en voeg een scheut melk toe. Roer tot alle klonters weg zijn. Zet terug op het vuur en voeg wat meer melk toe. Laat indikken en voeg eventueel nog wat melk toe.
7 - Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Meng de kaas onder de saus.
8 - Laat het witloof goed uitlekken. Verwijder het zwoerd van de hesp.
9 - Giet de aardappelen af. Meng zure room, peper en zout onder de aardappelen en stamp tot puree.
10 - Rol het witloof in de hesp. Leg in een ovenschotel. Spuit de puree ernaast. Bedek het witloof met de saus. Strooi wat kaas op de saus.
11 - Plaats in de voorverwarmde oven op 180 graden voor 25 à 30 minuten.
12 - Haal uit de oven en serveer.
|