Dialoog

 Gesprek tussen de begeleidster, mevrouw Delafaille (bewoonster), mevrouw Peeters (bewoonster) en meneer Vannieuwenhuyse (bewoner)

In woonzorgcentrum De Waterlelie wordt er een keer om de twee weken samen gekookt. De bewoners vinden het gezellig en het roept heel wat herinneringen op aan hun thuis.
 
Klik hier als u enkel de audio wil beluisteren.
 
Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de pdf-versie van dit hoofdstuk te openen.
Begeleidster: Zo, vandaag zullen we samen een goede ouderwetse Juliennesoep maken.
Mevrouw Delafaille: Mmm lekker!
Mevrouw Peeters: Ja, met dit weer zal dat wel goed smaken.
Begeleidster: Dat denk ik ook! Goed. Wat hebben we allemaal nodig voor de soep?
Mevrouw Peeters: Aardappelen.
Meneer Vannieuwenhuyse: En ajuinen.
Begeleidster: Ja. Jullie mogen alvast de aardappelen en de ajuinen schillen en in stukjes snijden.
Mevrouw Peeters: Ja. Ik zal de aardappelen schillen.
Meneer Vannieuwenhuyse: En ik neem de ajuinen, maar ik moet daar altijd van huilen.
Begeleidster: Ja, dat is normaal, ik ook.
Mevrouw Delafaille: Je mag niet in je ogen wrijven.
Begeleidster: Klopt. Goed, wat hebben we nog nodig? Een aantal heel belangrijke ingrediënten!
Meneer Vannieuwenhuyse: Euh, de groenten natuurlijk!
Begeleidster: Uiteraard.
Meneer Vannieuwenhuyse: Welke groenten doen we in de soep?
Begeleidster: Oh, in principe kun je alle groenten gebruiken! Maar om het ons niet te moeilijk te maken, stel ik voor dat we vandaag beginnen met de basis: ik heb wortelen, selder en prei meegebracht. Kun jij de groentjes wassen en in stukjes snijden?
Mevrouw Delafaille: Oké.
Begeleidster: Prima. En als zij klaar zijn met de aardappelen en de ajuinen, dan kunnen ze je helpen.
Mevrouw Delafaille: Goed.
Begeleidster: Als alles in stukjes is gesneden, dan kunnen we de groentjes stoven.
Mevrouw Delafaille: Moeten we geen bouillon toevoegen?
Begeleidster: Klopt. Als alle groentjes voldoende gestoofd zijn, dan gaan we er een beetje bouillon en water bijschenken. En dan natuurlijk de verse kruiden uit onze eigen tuin om de soep af te werken.
Mevrouw Peeters: En welke kruiden voegen we er dan aan toe?
Begeleidster: Euh, fijngesnipperde bladpeterselie, bieslook en natuurlijk peper en zout, hé.
Meneer Vannieuwenhuyse: Mijn moeder deed altijd balletjes in de soep.
Begeleidster: Ah, dat kan ook natuurlijk! Ik zal eens kijken in de keuken of er nog gehakt is.
Mevrouw Delafaille: Echt nostalgie hé, zo zelf een groentesoepje maken! Vroeger maakte ik dat bijna dagelijks. Ik had ook groenten in de tuin.
Mevrouw Peeters: Heerlijk! En niet moeilijk om klaar te maken, hé.
Mevrouw Delafaille: Maar nee, fluitje van een cent!
Meneer Vannieuwenhuyse: Soep met balletjes, dat is m’n lievelingskost!
Mevrouw Peeters: Gelukkig mogen we hier zelf nog eens iets klaarmaken, hé!
Mevrouw Delafaille: Ja, want laten we eerlijk zijn: een zelfbereide maaltijd smaakt nog altijd ’t best!
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.