Woordenlijst

Woordenschat

geruststellen - verbum stel gerust - stelde gerust - heeft gerustgesteld Als mijn kinderen naar een feestje gaan, wil ik dat ze me bellen om me gerust te stellen.
ervoor zorgen dat iemand niet meer ongerust of bang is
noodgeval het substantief noodgevallen Bij een noodgeval moet je het noodnummer 112 bellen voor hulp.
een situatie waarin meteen hulp nodig is
ambulance de substantief ambulances / ambulancen Er is een ongeluk gebeurd. Bel snel een ambulance!
een auto voor het vervoer van zieken en gewonden / de ziekenwagen
dokter de substantief dokters De dokter heeft tijdens het onderzoek vastgesteld dat zijn patiënt een infectie heeft opgelopen.
iemand die als beroep heeft zieke mensen te behandelen / arts, geneesheer
verpleger de substantief verplegers De verpleger heeft een nieuw verband geplaatst rond de enkel van Josée.
iemand die een opleiding heeft gehad tot het geven van verpleegkundige zorg
duizeligheid de substantief - De patiënt viel op de grond door een verlies van evenwicht of duizeligheid.
als alles om je heen draait en je het gevoel hebt dat je gaat vallen / het gevoel van ruimtelijke desoriëntatie
klap de substantief klappen Met een enorme klap reed de auto tegen een boom.
een hard geluid / een slag / gebabbel, gepraat (Zuid-Nederlands)
alarmbel de substantief alarmbellen Toen Maria een hartaanval kreeg, drukte Jef op de alarmbel.
een knop waarop je moet drukken voor hulp als er een noodgeval is
hoofdletsel het substantief hoofdletsels Ik had een hoofdletsel, dus heeft de dokter mijn voorhoofd genaaid.
een wonde aan het hoofd
ademhaling de substantief ademhalingen Als je hartkloppingen hebt, gaat je ademhaling veel sneller.
als er lucht door je neus of mond in en uit je lichaam gaat
bloeddruk de substantief bloeddrukken Mijn moeder neemt pillen tegen een hoge bloeddruk.
de druk die door het bloed op de wand van de bloedvaten wordt uitgeoefend
koorts de substantief koortsen Als je meer dan 39 graden koorts hebt, moet je de dokter bellen.
als je lichaam door ziekte een hogere temperatuur heeft
hartklopping de substantief hartkloppingen Josée heeft hartkloppingen. Ze moet meteen naar het ziekenhuis!
als je hartslag sneller is dan normaal / de palpitatie
medicatie de substantief - Als je ziek bent, moet je soms medicatie nemen.
de (toegediende of voorgeschreven) medicamenten / medicijnen / geneesmiddelen (of het toedienen of voorschrijven ervan)
aspirine de - aspirines Als ik hoofdpijn heb, neem ik een aspirine tegen de pijn.
een middel tegen de pijn of koorts/ de pijnstiller
allergie de substantief allergieën Steven heeft een allergie voor katten. Als hij een kat aait, moet hij niezen.
verhoogde gevoeligheid voor bepaalde stoffen, die ziekteverschijnselen kunnen veroorzaken
bewustzijn het substantief - Marcel is flauwgevallen. Hij heeft zijn bewustzijn verloren.
het beseffen en kennen van het bestaan van iets of van zichzelf / wakker en alert zijn
verward - adjectief verwarde Jos weet niet meer welke dag het is vandaag. Hij is helemaal verward.
als je niet in staat bent om goed na te denken / in de war
in bed kruipen - verbum kruip in mijn bed - kroop in zijn bed - is in zijn bed gekropen Ik was erg moe, dus ik ben meteen in mijn bed gekropen toen ik thuiskwam.
gaan slapen
een stap missen - verbum mis een stap - miste een stap - heeft een stap gemist Als Sam dronken is, mist hij wel eens een stap.
je voet verkeerd neerzetten, waardoor je valt
naast de kwestie antwoorden - verbum antwoord naast de kwestie - antwoordde naast de kwestie - heeft naast de kwestie geantwoord Sofie was zo in de war, dat ze naast de kwestie antwoordde.
niet op de vraag antwoorden
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.