Woordenlijst

Woordenschat

bacterie de verbum bacteriën Als er bacteriën in de wonde komen, kan ze ontsteken.
een klein levend deeltje dat mensen ziek kan maken; eencellig organisme dat zich snel kan vermenigvuldigen
gaas(je) het substantief gaasjes Ik zal de wonde droogdeppen met een gaasje.
een steriel doekje; het kompres
infectie de substantief infecties een ziekte die je krijgt door bacteriën of een virus
Mijn voet is helemaal dik en rood. Ik heb een infectie.
korst de substantief korsten Mijn wonde is mooi dichtgegroeid. Er is een korst op.
een hard laagje op een wonde
pleister de substantief pleisters Ik heb in mijn duim gesneden. Het is een klein wondje, dus ik kleef er een pleister op.
een stukje verband met plakstrookjes om op een kleine open wonde te kleven
wonde de substantief wonden Een wonde doet meestal pijn.
plaats waar het lichaam door een uitwendige oorzaak beschadigd is
schaafwonde de substantief schaafwonden Jantje is gevallen met zijn fiets. Hij heeft een schaafwonde op zijn knie.
een wonde door te schaven
snijwonde de substantief snijwonden Jos schoot uit met zijn scheermes. Nu heeft hij een snijwonde op zijn kin.
een wonde door te snijden
verband het substantief verbanden An heeft haar enkel verstuikt. De dokter legt een verband aan.
een stuk stof om een wonde te verbinden
vuiligheid de substantief - Waarom ligt die vuiligheid hier nog? Dat vind ik erg vies.
iets dat niet proper is
ontsmettingsmiddel het substantief ontsmettingsmiddelen Ik zal je wonde ontsmetten met ontsmettingsmiddel.
antisepticum / een middel om bacteriën te doden ter ontsmetting
diep - adjectief diepe Hij had een diepe wonde die gehecht moest worden.
als er een grote afstand is tussen de bovenkant en de onderkant; intens
oppervlakkig - adjectief oppervlakkige Een schaafwonde is een oppervlakkige wonde.
niet diep
gesloten - adjectief - Een kneuzing is een gesloten wonde.
dicht
open - adjectief - Open wonden bloeden meestal.
met een gat
steriel - adjectief steriele Als je een wonde hebt schoongemaakt, gebruik je een steriel doekje om ze droog te deppen.
vrij van bacteriën
bloeden - verbum bloed - bloedde - heeft gebloed De wonde bloedde hevig.
bloed verliezen uit een opening in je lichaam
droogdeppen - verbum dep droog - depte droog - heeft drooggedept Heb je de wonde al drooggedept?
vocht opnemen met een doekje
genezen - verbum genees - genas - is genezen De wonde is dichtgegroeid. Ze is goed genezen.
beter worden
hechten - verbum (+ met vaste prepositie) hecht - hechtte - heeft gehecht Als je een diepe wonde hebt, moet ze worden gehecht door de dokter. / (met vaste prepositie): Het woonzorgcentrum hecht veel belang aan het welzijn van de bewoners.
een wond dichtnaaien met naald en draad / met vaste prepositie (belang hechten aan iets): waarde toekennen aan iets
ontsmetten - verbum ontsmet - ontsmette - heeft ontsmet Je kan een wonde ontsmetten met een watje en isobetadine.
de bacteriën weghalen zodat de wonde niet kan ontsteken
ontsteken Als je een wonde niet goed ontsmet, kan ze ontsteken. verbum ontsteek - ontstak - is ontstoken Als je een wonde niet goed ontsmet, kan ze ontsteken.
rood en dik worden door bacteriën of een virus
schoonmaken - verbum maak schoon - maakte schoon - heeft schoongemaakt Ik heb de wonde schoongemaakt. Nu is ze weer helemaal proper!
proper maken / reinigen
stelpen - verbum stelp - stelpte - heeft gestelpt Mijn neus bloedt! Heeft er iemand een watje om het bloed te stelpen?
doen stoppen met bloeden
verzorgen - verbum verzorg - verzorgde - heeft verzorgd De zieke werd niet verwaarloosd. Integendeel, hij werd erg goed verzorgd.
van het nodige voorzien
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.