Woordenlijst |
Woordenschat
| cholesterol de substantief - | Oudere mensen hebben vaak een te hoge cholesterol en mogen daarom niet te vet eten. |
| een lichaamsvet | |
| calorie de substantief calorieën | Vet eten bevat veel calorieën en daar word je dik van. |
| een eenheid voor de voedingswaarde van voedsel | |
| diabeet de substantief diabeten | Diabeten mogen geen suiker eten. |
| iemand die aan diabetes lijdt, diabeticus | |
| diabetes de substantief - | Wie diabetes heeft, moet insuline inspuiten. |
| een ziekte waarbij je te veel suiker in je bloed hebt / de suikerziekte | |
| dieet het substantief diëten | Als je een dieet volgt, mag je niet snoepen. |
| regels voor wat je wel en niet mag eten en drinken | |
| dorst de substantief - | Ik heb dorst! Mag ik een glaasje water? |
| het gevoel dat je moet drinken | |
| gewicht het substantief gewichten | Mijn gewicht is toegenomen: ik woog eerst 50 kg en nu 60! |
| hoeveel kilogram je weegt / hoe zwaar je bent | |
| levensstijl de substantief levensstijlen | Ik heb mijn levensstijl aangepast: ik eet nu veel gezonder en ik beweeg meer. |
| de manier waarop je leeft | |
| obesitas de substantief het overgewicht | Als je obesitas hebt, ben je veel te dik. Dat is erg ongezond. |
| het overgewicht | |
| spijsvertering de substantief spijsverteringen | Ik eet altijd grof brood, want dat is goed voor de spijsvertering. |
| een proces waarbij voedsel in je ingewanden wordt omgezet in nuttige stoffen voor je lichaam | |
| suiker de substantief suikers | Ik neem altijd twee klontjes suiker in mijn koffie. Dan wordt die lekker zoet. |
| een zoete voedingsstof | |
| tussendoortje het substantief tussendoortjes | Om vier uur eet ik altijd een yoghurtje als tussendoortje. |
| een snack die je tussen de maaltijden eet voor de kleine honger | |
| vet het substantief vetten | Frieten bevatten veel vet. |
| een voedingsstof die je dik maakt | |
| vezel de substantief vezels | Grof brood bevat veel vezels. |
| een onverteerbaar bestanddeel in plantaardige voedingsmiddelen dat goed is voor de spijsvertering | |
| vitamine de substantief vitamines / vitaminen | Als je in het zonnetje zit, neem je vitamine D op. |
| een voedingsstof die mensen gezond houdt | |
| vloeistof de substantief vloeistoffen | Water is een vloeistof. |
| iets wat vloeibaar is | |
| voeding de substantief voedingen | Als je te dik bent, moet je letten op je voeding. |
| wat je eet | |
| voedingsstof de substantief voedingsstoffen | Om goed te kunnen functioneren, heeft je lichaam voedingsstoffen nodig zoals gezonde vetten en vitamines. |
| een bestanddeel in voedingsmiddelen | |
| weegschaal de substantief weegschalen | Ik durf niet op de weegschaal te staan! Wat als ik verdikt ben? |
| een machine die je gewicht bepaalt | |
| gezond - adjectief gezonde | Gezonde mensen zijn het gelukkigst! |
| in goede lichamelijke toestand | |
| suikervrij - adjectief suikervrije | Suikervrije yoghurt is niet zoet. |
| zonder suiker | |
| vetarm - adjectief vetarme | Mensen met een hoge cholesterol moeten vetarm eten. |
| zonder vet | |
| vezelrijk - adjectief vezelrijke | Graanproducten zijn vezelrijk. |
| met veel vezels | |
| zwaarlijvig - adjectief zwaarlijvige | Obesitaspatiënten zijn zwaarlijvig. |
| heel dik | |
| afvallen - verbum val af - viel af - is afgevallen | Zij is enorm veel afgevallen. Daarom is ze zo mager nu. |
| gewicht verliezen / vermageren | |
| bijkomen - verbum kom bij - kwam bij - is bijgekomen | Ben je bijgekomen? Je ziet er dikker uit dan vroeger. |
| toenemen in gewicht / verdikken | |
| letten op - verbum let op - lette op - heeft gelet op | Als ik niet op mijn voeding let, word ik dik. |
| in de gaten houden / aandacht geven aan | |
| op peil houden - verbum hou(d) op peil - hield op peil - heeft op peil gehouden | Als je suikerziekte hebt, moet je je bloedsuikerspiegel op peil houden met medicatie. |
| op hetzelfde niveau houden | |
| rekening houden met - verbum hou(d) rekening met - hield rekening met - heeft rekening gehouden met | Als je eten maakt, moet je rekening houden met de aandoeningen van de bewoners. |
| denken aan, bedacht zijn op | |
| stilstaan bij - verbum sta stil bij - stond stil bij - heeft stilgestaan bij | Ik had chocolade gekocht voor mijn bomma zonder erbij stil te staan dat ze suikerziekte heeft. |
| even de tijd nemen om erover na te denken | |
| zich houden aan - verbum hou(d) me aan - hield zich aan - heeft zich gehouden aan | Ik hou(d) me aan mijn dieet: geen snoep voor mij! |
| volgen | |
|
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein. |
