Oefeningen

Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de correctiesleutel (in PDF) van dit hoofdstuk te openen.

OEFENING 1 - Luistervaardigheid

Luister naar de dialoog en beantwoord de vragen.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.

 
1 - Mevrouw Delafaille heeft vernomen dat de tumor is uitgezaaid. Hoe voelt ze zich nu?

2 - Mevrouw Delafaille wil een waardig levenseinde. Wat bedoelt ze hiermee?

3 - Is mevrouw Delafaille bang om te sterven?

4 - An noemt twee dingen waar mevrouw Delafaille goed over moet nadenken en die ze op tijd op papier moet zetten. Welke?

5 - Heeft An naar jouw mening goed geluisterd naar mevrouw Delafaille en empathie getoond? Of heeft ze haar eigen mening gegeven en te weinig rekening gehouden met de gevoelens van mevrouw Delafaille?

OEFENING 2 - Leesvaardigheid (A)

Lees het interview met Nicole en Hugo aandachtig.

Nicole: "Als Hugo gaat, ga ik mee. Ik zal wel iets bedenken."

"Hand in hand sterven en samen in één grote kist worden begraven met onze paarse pakjes aan." Voor Nicole en Hugo is dit het gedroomde scenario om afscheid van het leven te nemen, zo lieten ze in "Koppen" verstaan.
 
Na een carrière van liefst 45 jaar nemen Nicole Josy en Hugo Sigal binnenkort afscheid van het podium. In het magazine "Koppen" op Eén blikten ze vanavond op hun leven samen en hun carrière terug. Daarbij hadden ze het uitgebreid over hun levenseinde.
 
"Ons testament is gemaakt", zei Hugo. "Als je zeventig wordt, moet je daarover nadenken. Het geeft ons een goed gevoel dat dit is geregeld." "Ook onze euthanasiekaart is geregeld", voegde Nicole eraan toe. De dood lijkt dan ook geen taboe-onderwerp voor het echtpaar. "Ik vraag me vaak af hoe lang we nog hebben", zei Hugo daarover. "Hoe lang lopen we hier nog rond?" "Hóe zullen we gaan?", vulde Nicole aan. "Hand in hand zou mooi zijn. Samen in één grote kist worden begraven met onze paarse kostuumpjes aan."
 
Ik weet niet of we zonder elkaar zouden kunnen leven", gaf Hugo toe. "Als hij gaat, ga ik mee", stelde Nicole hierop beslist. "Ik zal wel iets bedenken om mee te gaan. Wat zou ik hier nog moeten doen? Waarvoor of voor wie?"


Juist of fout? Duid het bolletje aan in de juiste kolom.

waarniet waarStellingen
1 - Nicole en Hugo willen hand in hand sterven.
2 - Nicole kan niet leven zonder Hugo.
3 - De euthanasiekaart van Nicole en Hugo is nog niet geregeld.
4 - Nicole en Hugo willen worden begraven in rode pakjes.
5 - Hugo zegt dat ze hun testament al hebben gemaakt.

OEFENING 2 - Leesvaardigheid (B)

Beantwoord de vragen over de tekst.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Hugo vindt dat je moet nadenken over je testament als je ouder wordt. Denk jij soms na over de dood? En heb jij je testament al gemaakt?

2 - Wat bedoelt Nicole volgens jou met de zin: “Ik zal wel iets bedenken om mee te gaan”?

3 - Nicole en Hugo hebben hun euthanasiekaart al geregeld. Wat betekent dit volgens jou?

4 - Ben jij voor- of tegenstander van euthanasie? Waarom?

5 - ‘Wat bedoelt de auteur met ‘een taboe-onderwerp?’ Kan je een ander voorbeeld geven?
 
TIP: Bekijk ook het hoofdstuk over de Belgische euthanasiewet in de interculturele unit.
 

OEFENING 3.1 - Woordenschat (A)

Een moeilijk gesprek voeren.
 
Een typisch voorbeeld van een moeilijk gesprek is een slechtnieuwsgesprek. Een slechtnieuwsgesprek bestaat meestal uit vijf stappen:
 
- het brengen van het nieuws
- emoties opvangen
- argumenten uiteenzetten
- oplossingen bespreken
- afronden
 
Hieronder krijg je per stap een aantal kenmerken. Plaats de verklaringen, toelichtingen of synoniemen onderaan deze oefening bij de juiste kenmerken (meerdere per kenmerk mogelijk). Zoek nieuwe woorden of uitdrukkingen op in het woordenboek.
 
 
direct zijn  
    luisteren  
      troosten  
        rechtvaardigen  
          begrip vragen  
            inlichten over de mogelijkheden  
              betrokken personen informeren  
                • 'to the point’ zijn
                • ergens niet omheen draaien
                • ergens geen doekjes omwinden
                • iets niet mooier maken dan het is
                • iemand geen valse hoop geven
                • iemand stoom laten afblazen
                • iemands verdriet (proberen te) verzachten
                • iets aantonen
                • hopen dat iemand iets wil begrijpen
                • informatie op papier meegeven aan iemand
                • iemand op de hoogte brengen

                OEFENING 3.1 - Woordenschat (B)

                Beantwoord de vragen.
                Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
                 
                1 - Welke stappen uit oefening 3.1 - woordenschat (A) herken je in de dialoog van dit hoofdstuk (pagina 2)?

                2 - Welke stappen uit oefening 3.1 - woordenschat (A) voert de gespreksvoerder (de zorgkundige in dit geval) goed uit, en welke minder goed volgens jou?

                3 - Welke stappen uit oefening 3.1 - woordenschat (A) voert de gespreksvoerder niet uit? Waarom niet denk je?

                 

                OEFENING 3.2 - Woordenschat (A)

                Wat betekenen deze gevoelens? Maak juiste combinaties.

                verdrietig  
                  bang  
                    bezorgd  
                      boos  
                        gelaten  
                          • je bent niet blij maar droevig
                          • je denkt dat er iets ergs gaat gebeuren
                          • je maakt je zorgen dat het niet goed gaat met iemand
                          • je bent kwaad
                          • het maakt je niet meer uit

                          OEFENING 3.2 - Woordenschat (B)

                          Vul de gaten in met de woorden onderaan deze oefening.

                          1 - De dokter moet aan mevrouw Delafaille vertellen dat ze niet zal genezen. Hij durft dit niet goed vertellen. Hij is
                            .

                            2 - Mevrouw Delafaille heeft kanker en huilt veel. Ze is
                              .

                              3 - De dochter van mevrouw Delafaille maakt zich zorgen om haar moeder. Zij is
                                .

                                4 - De kleinzoon van mevrouw Delafaille denkt dat het de schuld is van de dokter dat zijn oma zal sterven. Hij is
                                  .

                                  5 - Na een week is mevrouw Delafaille niet meer triestig. Het maakt haar niet meer uit dat ze zal sterven. Ze is
                                    .
                                    • bang
                                    • verdrietig
                                    • bezorgd
                                    • boos
                                    • gelaten

                                    OEFENING 4 - Grammatica (A)

                                    Het gebruik van modale verba.
                                     
                                     
                                    Zullen, gaan of moeten? Vul de gaten met het juiste verbum in.
                                    1 - Mevrouw Delafaille heeft van de dokter vernomen dat ze ongeneeslijk ziek is. Ze niet genezen.

                                    2 - Zijn moeder is gestorven. Nu hij haar spullen ophalen in het woonzorgcentrum.

                                    3 - Mevrouw Delafaille is moe en rusten. Ze slapen.

                                    4 - Zorgkundige An is aardig. we eens een kopje koffie met haar drinken?

                                    5 - De zoon van mevrouw Delafaille is triest, omdat zijn moeder ziek is. Maar mannen huilen niet, dus hij niet huilen.

                                    OEFENING 4 - Grammatica (B)

                                    Kunnen, willen of mogen? Vul de gaten met het juiste verbum in.

                                    1 - De dochter van mevrouw Delafaille is bezorgd om haar moeder. Ze er niet van slapen.

                                    2 - Zorgkundige An met mevrouw Delafaille praten over de dood. Ze denkt dat dit haar zal helpen.

                                    3 - Mevrouw Delafaille heeft zin om een wandeling te maken. Ze is te zwak om alleen te wandelen en ze dus niet in haar eentje naar buiten van zorgkundige An.

                                    4 - Als ik dood ben, ik in een witte kist worden begraven.

                                    5 - Als mevrouw Delafaille niet meer ademen, sterft ze.

                                    OEFENING 5 - Schrijfvaardigheid

                                    Palliatief dossier. Omcirkel het juiste antwoord.

                                    Situatie: Je bent zorgkundige in een woonzorgcentrum. Je moet het palliatief dossier van mevrouw Janssens invullen. Mevrouw Janssens heeft darmkanker en zal binnenkort sterven. Ze wil geen pijn meer lijden en kiest voor euthanasie. Ze is emotioneel en wil met iemand kunnen praten over haar levenseinde.

                                    Aandoening:  


                                    Evolutie:  


                                    Behoeften:  


                                    Behandeling:  


                                    OEFENING 6 - Spreekvaardigheid

                                    Slechtnieuwsgesprek. Je krijgt de antwoorden, vul nu zelf de vragen in.
                                    Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.

                                    Situatie: Je bent zorgkundige in een woonzorgcentrum. Een bewoner heeft juist vernomen dat hij/zij binnenkort zal sterven en jij probeert hem/haar te troosten. Gebruik de woordenschat uit de woordenlijst en gebruik waar mogelijk modale verba.
                                     
                                    Zorgkundige: Goedendag mevrouw X. Hoe gaat het met u?

                                    Bewoner: Ik ben verdrietig.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Ja, ik zou er graag over praten.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Nee, ik ben niet bang om te sterven.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Ja, ik lijd veel pijn. Ik wil dat het stopt.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Ja, die informatie heb ik gekregen, maar bij mij helpt er niets tegen de pijn. Laat mij maar sterven.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Ja, over euthanasie heb ik al nagedacht.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Nee, ik heb nog niets op papier gezet.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Nee, dat is nog niet gemaakt.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Oké, ik ga nu slapen.

                                    Zorgkundige: ...

                                    Bewoner: Tot later!

                                    EINDTEST

                                    Vul de gaten in. Gebruik de woorden uit de woordenlijst of modale verba.

                                    1 - Mevrouw Delafaille heeft veel pijn. Ze ligt aan een voor haar medicatie.

                                    2 - Mevrouw Delafaille heeft long en ze heeft van de dokter vernomen dat de is uitgezaaid. Ze is er zeker van dat ze sterven.

                                    3 - Als mevrouw Delafaille geen pijn meer wil lijden en er zelf voor kiest om te sterven, heet dat .

                                    4 - Zorgkundige An dat mevrouw Delafaille op zet wat er met haar bezittingen gebeuren als ze sterft. Mevrouw Delafaille moet haar maken.

                                    5 - De kleindochter van mevrouw Delafaille huilt en is . Ze vindt het erg dat haar grootmoeder zal sterven. Mevrouw Delafaille vindt het zelf niet erg. Het maakt haar niet uit, ze is .

                                    Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.