Dochter: |
Zo, vandaag mag je het ziekenhuis verlaten. |
Mevrouw Janssens: |
Eindelijk, ik heb het hier echt gehad! |
Dochter: |
Dat versta ik, maar het is belangrijk dat je goed herstelt. Ben je klaar om naar het rusthuis te gaan? |
Mevrouw Janssens: |
Ik zou veel liever naar mijn eigen huis gaan. |
Dochter: |
Ik begrijp dat het moeilijk is, maar thuis kun je je niet meer alleen redden. En in het rusthuis zullen ze goed zorg voor je dragen. Dat weet ik zeker. |
Mevrouw Janssens: |
Ja, dat zal wel. |
Verpleegster: |
Dag mevrouw Janssens, dag mevrouw. Het is zover, u mag naar huis vandaag! Bent u helemaal gepakt en gezakt? |
Dochter: |
Dat is allemaal geregeld, ik breng haar straks naar het rusthuis. |
Verpleegster: |
Prima, ik moest u deze voorschriften meegeven van de dokter. |
Dochter: |
Oké, dank u. Moet ze nog op controle komen? |
Verpleegster: |
Dat is in principe niet nodig, maar mocht er nog iets zijn, dan kunt u een afspraak maken.
De dokter bezorgt het medisch verslag van de behandeling en de eventuele nazorg ook aan het rusthuis. |
Dochter: |
Oké prima, bedankt. |
Verpleegster: |
Graag gedaan, en veel succes met de verhuis! |