Woordenlijst

Woordenschat

pijnstiller de substantief pijnstillers Als je hoofdpijn hebt, moet je een pijnstiller nemen.
een geneesmiddel / medicijn tegen de pijn
medicatie de substantief - Als je ziek bent, moet je soms medicatie nemen.
de (toegediende of voorgeschreven) medicamenten / medicijnen / geneesmiddelen (of het toedienen of voorschrijven ervan)
klaarleggen - verbum leg klaar - legde klaar - heeft klaargelegd Zodra alles is klaargelegd, kan de behandeling starten.
iets zo leggen dat het gereed is voor gebruik
antibioticum het substantief antibiotica Als je een keelontsteking hebt, moet je antibiotica nemen.
een geneesmiddel tegen bacteriële infecties
antiseptisch middel het substantief antiseptische middelen Je moet wonden altijd ontsmetten met antiseptisch middel.
een bacteriëndodend middel om iets te ontsmetten
bijsluiter de substantief bijsluiters Als je wil weten hoeveel keer per dag je dit medicament mag nemen, moet je de bijsluiter lezen.
informatie over (het gebruik van) medicatie
bijwerking de substantief bijwerkingen Ik zou geen hoofdpijn mogen krijgen van dit medicijn, want het heeft geen bijwerkingen.
een (ongewenst, onvoorzien) gevolg van een medicijn / het neveneffect
dosering de substantief doseringen Wat is de dosering van dit medicijn? Hoeveel pilletjes moet ik per dag innemen?
een vooraf bepaalde hoeveelheid van een medicijn dat mag worden ingenomen
laxeermiddel het substantief laxeermiddelen Jos had de laatste dagen erge buikpijn en kon niet naar het toilet. Hij heeft nu een laxeermiddel genomen.
middel dat de ontlasting bevordert
ontstekingswerend middel het substantief ontstekingswerende middelen Ik heb een infectie aan mijn hand. Daarom moet ik een ontstekingswerend middel nemen.
een middel dat ontstekingen tegengaat; ontstekingsremmer
poeder de substantief poeders De poeder in dit zakje moet je oplossen in water en opdrinken.
een geneesmiddel in poedervorm (fijne korreltjes)
slaapmiddel het substantief slaapmiddelen Mohamed kan niet slapen 's nachts, daarom neemt hij een slaapmiddel.
een middel om te kunnen slapen
spray de substantief de sprays De neus van Iryna zit helemaal verstopt. Daarom gebruikt ze een neusspray.
een vloeibaar geneesmiddel dat je kan spuiten
stoelgang de substantief - Als je een slechte stoelgang hebt, kan je best een laxeermiddel nemen.
de ontlasting
tablet de/het substantief de tabletten Is dit geneesmiddel ook in tabletvorm verkrijgbaar?
een platte pil
zalf de substantief zalven Veronica smeert elke dag een zalfje op haar brandwonde.
een uitwendig geneesmiddel dat je kan smeren
pil de substantief pillen Door zijn ziekte moet hij meerdere pillen per dag nemen.
een geneesmiddel in de vorm van een tablet of capsule
zorg de substantief (zie ook verbum: zorgen/ zorg dragen voor iemand) zorgen Maak u geen zorgen, alles komt goed.
ongerustheid (zie ook: zorg dragen voor iemand)
inwendig - adjectief inwendige Pillen en poeders zijn geneesmiddelen voor inwendig gebruik.
van binnen
makkelijk - adjectief makkelijke Deze oefeningen zijn makkelijk: ik kan ze allemaal oplossen!
eenvoudig
moeilijk - adjectief moeilijke Ik kan moeilijk naar het toilet. Ik denk dat ik een laxeermiddel moet nemen.
er is inspanning voor nodig om het op te lossen of te doen
uitwendig - adjectief uitwendige Zalf is een geneesmiddel voor uitwendig gebruik.
van buiten
maximum - adjectief - U mag de zalf maximum 3 maanden gebruiken.
maximaal/ hooguit, hoogstens, ten hoogste, op z'n meest
insmeren - verbum smeer in - smeerde in - heeft ingesmeerd Francine smeert haart lippen in met lippenbalsem.
ergens vet opdoen / inwrijven
leegdrinken - verbum drink leeg - dronk leeg - heeft leeggedronken Je moet het glas helemaal leegdrinken.
drinken tot alles op is
mengen - verbum meng - mengde - heeft gemengd Ines mengde de poeder onder een yoghurtje.
door elkaar werken / roeren
oplossen - verbum los op - loste op - heeft opgelost De poeder loste op in het water.
een stof mengen met een vloeistof
opzuigen - verbum zuig op - zoog op - heeft opgezogen Als je keelpijn hebt, moet je dit tabletje opzuigen.
zuigen tot het op is
spuiten - verbum spuit - spoot - heeft gespoten Als je neusspray spuit, kun je terug vrij ademen.
een vloeistof sprayen
voorschrijven - verbum schrijf voor - schreef voor - heeft voorgeschreven De dokter heeft antibiotica voorgeschreven.
opschrijven wat je wel of niet mag doen of nemen
advies geven over - verbum geef advies over - gaf advies over - heeft advies gegeven over De dokter gaf advies over de verschillende soorten behandelingen.
raad of mening geven over
toelichten - verbum licht toe - lichtte toe - heeft toegelicht Rob licht zijn patiënt toe over de mogelijke bijwerkingen van de behandeling.
uitleg geven over
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.