Oefeningen

Klik hier (of op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina) om de correctiesleutel (in PDF) van dit hoofdstuk te openen.

OEFENING 1 - Luistervaardigheid

Luister naar de dialoog en beantwoord de vragen.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
 
1 - Mevrouw Janssens is opgelucht omdat ze het ziekenhuis mag verlaten. Hoe zegt ze dat?
 
2 - Mevrouw Janssens is niet echt klaar om de transfer naar het rusthuis te maken. Welke redenen geeft haar dochter aan voor de transfer?
 
3 - Wat geeft de verpleegster mee aan de dochter van mevrouw Janssens?
 
4 - Moet mevrouw Janssens nog op controle komen?
 
5 - Wat zal de dokter aan het rusthuis bezorgen?

OEFENING 2 - Leesvaardigheid

Lees het interview over ontslag uit het ziekenhuis aandachtig.

Ontslag uit het ziekenhuis: weer naar huis?

Ontslagen worden uit het ziekenhuis gaat voor sommige patiënten met veel kopzorgen gepaard. Want wat als je het thuis niet meer alleen redt en er geen pasklaar alternatief is? De dienst patiëntenbegeleiding zet voor die mensen alles op alles om een goede oplossing te vinden.
 
Bij het ontslag van een patiënt zijn heel wat mensen betrokken: arts, verpleegkundige, kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist, diëtist en psycholoog werken vaak al lang op voorhand naar het ontslagmoment toe, door de patiënt te informeren en klaar te stomen voor de dag dat hij het ziekenhuis verlaat. Daarnaast zijn een aantal ziekenhuismedewerkers heel specifiek met ontslagmanagement bezig. De maatschappelijk werker begeleidt de patiënt als hij na zijn opname nood heeft aan thuiszorg of als hij naar een instelling moet. Verder heeft het UZA twee transfercoördinatoren: Patrick Gillis, verpleegkundige-transfercoördinator, en Ken Verheyden, maatschappelijk werker-transfercoördinator.
 
Wat doen jullie als transfercoördinator voor de patiënt?
Gillis: ‘Wij proberen de overgang naar de thuissituatie of een ander centrum vlotter te laten verlopen, vooral voor patiënten die in een complexe situatie zitten. Denk maar aan een oudere dame die voordien al nauwelijks zelfredzaam was, een lelijke val maakt en tijdens de opname ook verward blijkt. Zo’n patiënt stuur je niet gewoon naar huis. Op dat moment contacteer ik de juiste zorgverleners, zowel in als buiten het UZA, en speel een coördinerende rol, altijd in nauw overleg met de maatschappelijk werker. Welke middelen zijn nodig voor die patiënt? Wie moeten we allemaal inschakelen? Soms nodig ik de thuisverpleegkundige hier uit om te tonen hoe ze een patiënt moet verzorgen. Als transfercoördinator ben ik de figuur op de achtergrond bij wie alle draden samenkomen. De maatschappelijk werkers zijn daarbij mijn ogen en oren in het ziekenhuis. Vaak zijn zij het die signaleren dat een patiënt extra begeleiding nodig heeft.’
 
Verheyden: ‘Ik richt mij niet op de individuele patiënt, maar werk meer op lange termijn. Zo leg ik contacten met allerlei externe partners om tot een betere samenwerking te komen: woon- en zorgcentra, revalidatiecentra, thuiszorgdiensten, mutualiteiten, palliatieve netwerken ... Knelpunten signaleer ik aan de ziekenhuisdirectie, waarna we tot een oplossing proberen te komen.’
 
Wat zijn typische knelpunten?
Verheyden: ‘Voor bepaalde patiënten vinden we maar heel moeilijk plaats in een revalidatiecentrum. Bijvoorbeeld dialysepatiënten of mensen die beademing nodig hebben. Als die na een ongeval of een operatie moeten revalideren, is dat niet vanzelfsprekend.'
 
Kelly Beterams, maatschappelijk werker: ‘Ook bejaarde patiënten die niet geopereerd zijn maar die na hun opname wel tijdelijk extra hulp nodig hebben, kunnen vaak niet terecht in een revalidatiecentrum. Ook al hebben die mensen soms precies dezelfde hulp nodig als bejaarden die wel een operatie hebben gehad.’
 
Hoe lossen jullie zoiets op?
Gillis: ‘Soms krijg je instellingen over de brug door heel concreet te bekijken wat het probleem is en mee te zoeken naar een praktische oplossing. Met voorlichting raak je vaak een heel eind. Zo organiseert de UZA-directie halfjaarlijks een minisymposium voor externe zorgverleners rond een specifiek thema, bijvoorbeeld wondzorg of de verzorging van hiv-patiënten. Op dat moment geef je niet alleen informatie, je legt ook contacten.’
 
Ik neem aan dat zo’n ontslagvoorbereiding soms een werk van lange adem is?
Gillis: ‘Ja, een moeilijk ontslag regel je niet zonder slag of stoot. Stel: een patiënt lijdt aan een slepende ziekte, wordt opgenomen met nieuwe verwikkelingen en is vanaf dan bedlegerig en afhankelijk van sondevoeding en beademing. Op dat moment zit die familie met allerlei vragen en twijfels. Kunnen wij ons familielid nog wel thuis houden? Kunnen wij dat wel aan? Hoe gaan we dat praktisch bolwerken? Zoiets vergt heel wat begeleiding door de maatschappelijk werker, terwijl ik mee de praktische kant ondersteun. Wat wil de patiënt zelf? Kunnen we bijkomende zorg aan huis organiseren? Zijn er eventueel familieleden of vrienden die kunnen helpen? Wat zijn de financiële mogelijkheden? Dat proces duurt soms weken en de aanvaarding van de nieuwe situatie is minstens even belangrijk als de praktische ondersteuning.’
 
Beantwoord de vragen over het interview.
Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
 
1 - Waarin verschillen de taken van verpleegkundige-transfercoördinator Patrick Gillis en maatschappelijk werker-transfercoördinator Ken Verheyden?
 
2 - Als je een coördinerende rol speelt, wat doe je dan?
 
3 - Waarom is het voor bepaalde patiënten moeilijk om een plaats te vinden in een revalidatiecentrum?
 
4 - Welk initiatief neemt het UZA om dit probleem op te lossen?
 
5 - Wat betekent ‘bedlegerig’?

OEFENING 3 - Woordenschat

Empathisch communiceren.
 
Empathie is heel belangrijk in de communicatie met zorgbehoevenden. Empathie is een manier van luisteren waardoor echte communicatie mogelijk wordt. Het is dus de eerste fase van communicatie. De mate waarin iemand emoties kan herkennen bij zichzelf en anderen en ze kan verwoorden en er iets mee doet, noemen we ook wel empathie.

Bijvoorbeeld in een gesprek met een ernstig zieke, of met iemand die zich niet meer zelfstandig kan redden, of wanneer je slecht nieuws moet brengen, of iemand moet troosten, is het heel belangrijk dat je je empathisch opstelt.
 
Wat zeg je in de volgende situaties? Plaats de uitdrukkingen uit het volgende kader in de juiste kolom.
1 - Als de familie boos is omdat je de medicatie van een bewoner vergat … ?  
    2 - Als je een patiënt goede moed wilt inspreken … ?  
      3 - Als je aan de familie wil uitleggen waarom een bewoner zich op een bepaalde manier gedraagt (bv. agressief gedrag) … ?  
        4 - Als je slecht nieuws moet meedelen … ?  
          5 - Als je je medeleven wilt betuigen … ?  
            • Ik begrijp uw reactie.
            • Alles komt in orde.
            • Probeer het te begrijpen.
            • Het spijt me.
            • Dat is vervelend voor u.

            OEFENING 4 - Grammatica

            Het gebruik van het artikel.
             
            TIP: Zie Unit 3 Hoofdstuk 1.
             
             
            TIP: Zie Unit 1 Hoofdstuk 4.

            Vul het juiste artikel (een, de, het, / ), de juiste vorm van het pronomen (zijn, haar, die, dat, …) of de juiste vorm van het adjectief (verbogen of normaal) in. Let op: soms zij meerdere opties mogelijk!
            1 - Eén derde van voedsel wordt verspild.

            2 - voedselvergiftiging met de E-coli bacterie in het buitenland is ook bekend onder de naam reizigersdiarree.

            3 - Vroeger speelde hij elke dag piano.

            4 - Hij nam niet deel aan de buitenactiviteit, omdat hij er op moment geen zin in had.

            5 - Ze liegt altijd, dus ze vertelt nooit waarheid.

            6 - Mevrouw Janssens is vorige week naar het rusthuis verhuisd. verandering was heel
            ingrijpend voor .

            7 - Meneer Lammens heeft diabetes.

            8 - De verpleegster komt elke dag bloeddruk meten van mevrouw Vannieuwenhuyse.

            9 - Ze heeft een (verhoogd) bloeddruk, dus de waarden moeten goed
            worden bijgehouden.

            10 - Zijn dat jullie kleinkinderen? Ja, dit zijn kleinkinderen.

            OEFENING 5 - Schrijfvaardigheid

            Einde opname: de ontslagbrief
            Deze oefening kan je niet online maken. Klik onder de pagina 'Dialoog' op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de oefening te openen.
             
            De behandelende arts deelt de patiënt met een ontslagbrief mee wanneer die het ziekenhuis mag verlaten. Hieronder zie je een voorbeeld van zo’n ontslagbrief.
             
            Als verpleegster moet je goed op de hoogte zijn van de eventuele vervolgbehandeling en medicatie. Vul zelf de raadgevingen voor mevrouw Janssens of een patiënt uit je eigen praktijk aan in onderstaand voorbeeld.
             

            BERICHT BIJ ONTSLAG

            Voornaam en naam patiënt:                                                                                                                                        

            Adres patiënt:                                                                                                                                                               

            Dossiernummer:                                                                                                                                                          

             Geachte collega,

             Uw bovengenoemde patiënt werd uit het ziekenhuis ontslagen na ☐ opname ☐ dagverpleging.

            Opnamedatum:_______________________________    Ontslagdatum:_________________________________

            Behandelende arts:              ____________________________________________________________________

            Reden van opname:             ____________________________________________________________________

            (Voorlopige) diagnose:        ____________________________________________________________________

            Patiënt is op de hoogte van de (voorlopige) diagnose: ☐ ja ☐ nee

            Familie is op de hoogte van de (voorlopige) diagnose: ☐ ja ☐ nee

            Advies en/of instructies aan de patiënt: __________________________________________________________

            Medicatie bij ontslag:          ____________________________________________________________________

            Patiënt is ontslagen naar ☐ huis ☐ verpleeghuis ☐ revalidatiecentrum ☐ _____________________________

            ☐ Patiënt is naar uw spreekuur verwezen.

            ☐ Wilt u patiënt bezoeken omstreeks: _____________________

            ☐ Patiënt wordt weer geheel aan u overgedragen.

             

            BESTEMD VOOR HUISARTS

             Met collegiale groeten

             

             

             

             

            Naam arts:                         

             

            OEFENING 6 - Spreekvaardigheid

            Rollenspel. Een moeilijke boodschap brengen.
            Een modelantwoord bij deze oefening vind je in de sleutel. Klik op het diskette-icoontje rechtsboven de pagina om de sleutel te openen.
             
            Wanneer je een moeilijke boodschap moet overbrengen, is het belangrijk dat je emoties kan herkennen en benoemen. Soms is het verstandig het moeilijke bericht zo snel en duidelijk mogelijk te brengen. In een andere situatie kunnen we ons doel voorbij streven door al te direct te zijn.

            Denk na hoe je in de volgende situaties de boodschap zou overbrengen. Dit is een rollenspel: Een iemand brengt de boodschap, de ander luistert en reageert. Afhankelijk van de reactie, zal je je strategie moeten bijsturen. Wissel nadien van rol en vergelijk jullie aanpak.
             
            Situatie 1: Iemand is gevallen met de fiets. Hij/zij werd binnengebracht op de spoedafdeling en heeft foto’s laten nemen. Nu moet jij meedelen dat zijn/haar been gebroken is, en dat hij/zij gedurende minstens twee weken een gipsverband moet dragen.
             
            Situatie 2: Je moet iemand vertellen dat hij/zij kanker heeft en dat er zo snel mogelijk met een chemobehandeling zal worden gestart (er is met andere woorden nog hoop).
             
            Situatie 3: Je moet iemand vertellen dat hij/zij een gevorderde vorm van kanker heeft (en dat hij/zij met andere woorden terminaal is).

            EINDTEST

            Vul de gaten in. Gebruik woorden uit de woordenlijst of pas de juiste spelling- of grammaticaregels toe.

            1 - Als je een patiënt goede moed wilt inspreken, zeg je: .

            2 - Wanneer je het ziekenhuis mag verlaten, ontvang je een van de arts.

            3 - familie van mevrouw Janssens is erg bezorgd.

            4 - fysieke toestand is de laatste tijd heel sterk , waardoor ze zich niet meer zelfstandig kan redden.

            5 - Na de behandeling moet de verpleegster de patiënt inlichten over de eventuele .

            Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.