Verpleegster: |
Dag meneer Vannieuwenhuyse. Hoe voelt u zich vandaag? |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Ik heb een beetje pijn aan mijn elleboog: ik ben ergens tegen gebotst. |
Verpleegster: |
Laat eens zien. Ah, ik zie het al! Ik zal het even verzorgen. |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Oké. Ziet het er slecht uit? |
Verpleegster: |
Nee, het is geen diepe wonde hoor, gewoon een oppervlakkige schaafwonde. Ik zal de wonde even schoonmaken. |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Oké. |
Verpleegster: |
Zo, nu nog even ontsmetten met ontsmettingsmiddel, dat kan een beetje prikken. |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Niets van gevoeld. |
Verpleegster: |
Oké. Goed, nu ga ik het nog even droogdeppen met een gaasje. Doe ik u geen pijn? |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Nee hoor. |
Verpleegster: |
Oké. Zo, en dan nog een pleister erop. Ziezo, de schaafwonde zal normaal gezien snel genezen hoor. We zullen elke dag langskomen om de wonde te verzorgen en er een nieuwe pleister op te doen, tot er een korstje op komt. |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Is die pleister echt nodig? |
Verpleegster: |
Om infectie te voorkomen, raden we dat toch aan, ja. |
Meneer Vannieuwenhuyse: |
Oké. |