Woordenlijst |
Woordenschat
| kledingstuk het substantief kledingstukken | Er lagen overal kledingstukken op de vloer. |
| iets wat je om je lichaam doet | |
| label het substantief labels | Al mijn kleren hebben een label. Ik wil niets verliezen. |
| iets waar je naam op staat / het etiket | |
| wol de substantief - | Ik koop wol om een sjaal mee te breien. |
| het zachte haar van schapen waarmee kleding wordt gemaakt | |
| rok de substantief rokken | Ik heb geen zin om een broek te dragen vandaag, dus trek ik een rok aan. |
| een kledingstuk voor een vrouw dat in plaats van een broek wordt gedragen | |
| bloes de substantief bloezen | Mevrouw De Bleeckere draagt een bloes op haar verjaardagsfeest. |
| een nette T-shirt | |
| waslokaal het substantief waslokalen | Alle kleren worden gewassen in het waslokaal. |
| een kamer waarin een wasmachine staat | |
| wasgoed het substantief - | Het wasgoed werd gewassen in de wasmachine. |
| vuile kledingstukken | |
| seintje het substantief seintjes | Geef je me een seintje als je bent aangekomen? Dan kom ik je ophalen. |
| het teken / het bericht | |
| wasserij de substantief wasserijen | Jan heeft geen wasmachine thuis, dus brengt hij zijn wasgoed naar de wasserij. |
| een ruimte met meerdere wasmachines | |
| lichting de substantief lichtingen | De volgende lichting studenten is afgestudeerd. |
| het geheel / de groep / generatie | |
| kelder de substantief kelders | Maria bewaart haar flessen wijn in de kelder. |
| een deel van een gebouw onder de grond | |
| bedlinnen het substantief - | Sara heeft het bedlinnen ververst. |
| textiel dat dient om een bed op te maken | |
| verloren - adjectief - | Is de verloren schatkist al teruggevonden? / We hebben verloren van de tegenstanders. |
| iets wat je niet meer terugvindt / kwijt / spoorloos / niet gewonnen | |
| dankbaar - adjectief dankbare | Mevrouw De Bleeckere was erg blij dat Sara zoveel moeite deed om haar kleren terug te vinden, ze was haar dankbaar. |
| blij met wat je krijgt | |
| vervelend - adjectief vervelende | Mensen die zeuren, zijn vervelend. |
| niet fijn / onaangenaam | |
| prettig - adjectief prettige | Mevrouw De Bleeckere vindt het prettig om bezoek te krijgen van haar kleinkinderen. |
| leuk / aangenaam | |
| efficiënt - adjectief efficiënte | Ik kan meer doen op een korte tijd omdat ik op een efficiënte wijze werk. |
| met zo weinig mogelijk geld of tijd en zo veel mogelijk resultaat | |
| ontbreken - verbum ontbreek - ontbrak - heeft ontbroken | Er ontbreekt 50 euro in de kassa. |
| kwijt zijn / mankeren | |
| opduiken - verbum duik op - dook op - is opgedoken | De verloren kinderen zijn opgedoken in de stad. |
| plotseling verschijnen | |
| zorg dragen voor - verbum draag zorg voor - droeg zorg voor - heeft zorg gedragen voor | Mijn kleren gaan niet snel kapot, want ik draag er zorg voor. |
| zorgen dat iets netjes blijft, op iets letten / toezicht houden | |
| sorteren - verbum sorteer - sorteerde - heeft gesorteerd | De secretaresse sorteert elke ochtend de post. |
| op basis van bepaalde kenmerken verdelen / uitzoeken en bij elkaar leggen | |
| strijken - verbum strijk - streek - heeft gestreken | Mijn kleren zijn niet meer gekreukt, want ik heb ze gestreken. |
| kleren met een strijkbout glad maken | |
| terechtkomen - verbum kom terecht - kwam terecht - is terechtgekomen | Hij is goed terechtgekomen: hij was arm, maar is nu rijk. |
| eindigen op een bepaalde plek | |
| spellen - verbum spel - spelde - heeft gespeld | Als je niet weet hoe je die naam moet schrijven, zal ik het voor je spellen. |
| letter per letter uitspreken | |
| evalueren - verbum evalueer - evalueerde - heeft geëvalueerd | Elk teamlid wordt geëvalueerd door de verantwoordelijke. |
| beoordelen | |
| ophalen - verbum haal op - haalde op - heeft opgehaald | Mijn moeder komt me ophalen van het station. |
| (ergens naartoe gaan om) iets of iemand mee (te) nemen | |
| terugbrengen - verbum breng terug - bracht terug - heeft teruggebracht | Mijn vriend heeft me teruggebracht naar huis. |
| iets of iemand brengen naar waar die eerder was | |
| opleveren - verbum lever op - leverde op - heeft opgeleverd | Ik heb hard gestudeerd en dat heeft me goede punten opgeleverd. |
| resultaat hebben | |
|
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein. |
