Woordenlijst |
Woordenschat
maaltijd de substantief maaltijden | Vanmiddag eten we een warme maaltijd: aardappelen met vlees en groenten. |
het voedsel dat je elke dag 's ochtends, 's middags en 's avonds eet |
lekker - adjectief lekkere | Ik eet graag taart, omdat het zo lekker is! |
iets wat goed smaakt |
eten het (bij substantief) verbum / substantief eet - at - heeft gegeten (bij verbum) | verbum: Hij heeft vandaag tien boterhammen gegeten. / substantief: Het eten is heel lekker! |
voedsel in je mond stoppen |
smaken - verbum smaak - smaakte - heeft gesmaakt | De frietjes smaken heel lekker! |
een bepaalde smaak of aroma hebben |
snijden - verbum snij - sneed - heeft gesneden | De moeder snijdt het vlees in kleine stukjes voor haar zoontje. |
iets in stukjes verdelen met een mes |
lusten - verbum lust - lustte - heeft gelust | Ik lust heel graag frietjes, die zijn zo lekker! |
lekker vinden |
groente de substantief de groenten / groentes | Groenten en fruit zijn gezond. |
plant die je kunt eten |
ingrediënt het substantief ingrediënten | Heb je alle ingrediënten om taart te bakken? |
het product dat je gebruikt om eten te bereiden |
keuken de substantief keukens | Ik kook elke avond in onze nieuwe keuken. |
de ruimte in huis waar je eten klaarmaakt |
lievelingsgerecht het substantief lievelingsgerechten | Frietjes met stoofvlees is mijn lievelingsgerecht, ik lust het enorm graag! |
de maaltijd die je het lekkerst vindt |
soep de substantief soepen | In het zorgcentrum eten ze elke middag soep. |
een vloeibare mengeling van water en groenten |
heerlijk - adjectief heerlijke | Heb je nog van die heerlijke koekjes voor mij? |
iets wat heel goed smaakt |
bakken - verbum bak - bakte - heeft gebakken | Ik bak twee eitjes in de pan. |
een pan of oven verhitten om voedsel gaar te laten worden |
bereiden - verbum bereid - bereidde - heeft bereid | Jan heeft drie gerechten bereid voor zijn vrouw. |
klaarmaken |
klaarmaken - verbum maak klaar - maakte klaar - heeft klaargemaakt | Iryna maakt elke avond eten klaar voor haar kinderen. |
voedsel bereiden tot een maaltijd |
koken - verbum kook - kookte - heeft gekookt | We hebben gisteren samen soep gekookt. |
het bereiden van voedsel in water bij een temperatuur van 100°C |
kruiden de (pluralis van substantief) verbum / substantief (pluralis) kruid - kruidde - heeft gekruid (verbum) | verbum: Eline kruidt de spaghetti met oregano en basilicum. / substantief: Hij heeft veel kruiden in de tuin geplant. |
verbum: voedsel smakelijker maken door kruiden toe te voegen / substantief: specerijen (zout, peper, basilicum, ...) |
nodig hebben - verbum heb nodig - had nodig - heeft nodig gehad | Ik heb alle ingrediënten nodig om een cake te kunnen bakken. |
iets moet aanwezig zijn |
roeren - verbum roer - roerde - heeft geroerd | Pas op, die soep is nog warm! Je moet eerst even goed roeren voor je eet. |
met een lepel een draaiende beweging maken in een vloeistof |
schillen - verbum schil - schilde - heeft geschild | Je kan appels schillen, maar ook aardappelen en wortels kunnen worden geschild. |
de schil verwijderen / de harde buitenkant wegnemen |
snipperen - verbum snipper - snipperde - heeft gesnipperd | Mohamed snippert een ajuin en fruit hem in de pan. |
in kleine stukjes snijden |
stampen - verbum stamp - stampte - heeft gestampt | Als je puree wil maken, moet je de aardappelen fijnstampen. |
pletten / tot moes duwen |
stoven - verbum stoof - stoofde - heeft gestoofd | Ik stoof mijn groentjes altijd. |
op een zacht vuur laten opwarmen |
toevoegen - verbum voeg toe - voegde toe - heeft toegevoegd | Om chocomelk te maken, moet je cacao toevoegen aan de warme melk. |
erbij doen |
Project number: 543336-LLP-1-2013-1-DE-KA2-KA2MP - This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein. |